Organisatie en Financiën

Reserves en voorzieningen

Mutaties in reserves

(Bedragen x € 1.000)

Stand op

Mutaties

Stand op

Organisatie en financiën van Breda

1-1-2020

31-12-2020

Algemene reserve

73.860

3.817

77.677

Begrotingsreserve

1.356

-312

1.043

Exploitatiereserve

1.915

-760

1.155

Investeringsreserve: algemeen

32.642

-400

32.242

Investeringsreserve: blokkeringen MIP

0

0

0

Investeringsreserve: lopende kredieten

0

0

0

Investeringsreserve: afschrijvingsdeel

0

-140

-140

Totaal

109.772

2.205

111.977

Algemene reserve
De Algemene Reserve wordt ingezet als onderdeel van het weerstandsvermogen om geïnventariseerde risico's op te kunnen vangen en dient als `spaarpot` voor slechte tijden. Tenzij anders bepaald, vloeien alle rekeningresultaten jaarlijks naar de algemene reserve.

Begrotingsreserve
De reserve werd in het verleden gehanteerd om het wegvallen van jaarlijkse grote winstuitkeringen of afkoopsommen(PNEM, HSL) geleidelijk in de begroting op te vangen.
Vanaf 2016 wordt de reserve ingezet voor het oplossen van een dekkingsverschil voor de fietsenstalling.

Exploitatiereserve
Via de exploitatiereserve worden geoormerkte bedragen zoals budgetoverhevelingen tijdelijk vastgehouden om in volgende jaren te worden ingezet.

Investeringsreserve
De reserve heeft een drieledige functie: Alle eenmalige middelen die bestemd zijn voor investeringen worden in deze reserve verzameld, beschikbaar gehouden en ingezet.De investeringsreserve kan worden ingezet ter dekking van kapitaallasten van investeringen. De reserve wordt ook ingezet om "investeringen" die niet geactiveerd kunnen worden omdat het in feite exploitatie-impulsen zijn ineens te dekken. Samen met de stelpost kapitaallasten zorgt deze reserve voor de egalisatie van de investeringslasten.

Mutaties in voorzieningen

(Bedragen x € 1.000)

Stand op

Mutaties

Stand op

Organisatie en financiën van Breda

1-1-2020

31-12-2020

Centrale personeelsvoorziening

879

-354

525

Voorziening wet AppA

7.622

-450

7.172

Totaal

8.501

-804

7.697

Centrale personeelsvoorziening
Indien een medewerker onvrijwillig wordt ontslagen (niet wegens strafontslag, ouderdomspensioen of arbeidsongeschiktheid) ontstaat er op basis van de Werkeloosheidswet recht op een uitkering zolang de onvrijwillige werkloosheid bestaat. Afhankelijk van de ontslaggrond kan deze wettelijke uitkering aanvullend en aansluitend worden verhoogd/verlengd op basis van onze eigen rechtspositieregeling. De hoogte en duur van de totale uitkeringslast is vooraf wel globaal in te schatten, maar is uiteindelijk wel afhankelijk van de vraag of, en zo ja hoe snel de betreffende medewerker elders werk kan vinden. Daarnaast wordt de hoogte van de uitkering ook beïnvloed door de inflatie en de salarisontwikkelingen na het ontslag. Of, en zo ja hoeveel uitkeringen per jaar worden toegekend is vooraf niet in te schatten. Dit kan wel indien het ontslag wordt veroorzaakt door de uitvoering van een reorganisatieplan.

Omdat het volume jaarlijks niet gelijkblijvend is kiezen we ervoor om de ww-verplichtingen via een personeelsvoorziening te laten lopen.

AppA-voorziening
Pensioenvoorzieningen voor politieke ambtsdragers (wet APPA).